Mogelijke aanscherping van de CFC-wetgeving
Doel CFC-wetgeving
In 2019 is vanwege de implementatie van de ATAD 1-richtlijn de zgn. Controlled Foreign Company-wetgeving ingevoerd. Daarmee wordt beoogd om winstverschuivingen naar buitenlandse laagbelaste gecontroleerde lichamen of vaste inrichtingen tegen te gaan.
Definitie CFC en belaste inkomsten
Van een CFC is sprake als een Nederlandse vennootschap een belang van tenminste 25% in een buitenlands laagbelast lichaam aanhoudt. In dat geval worden bepaalde inkomenscategorieën, zoals rente en dividenden, in de belastinggrondslag van de Nederlandse vennootschap opgenomen. De Nederlandse belastinggrondslag wordt eveneens verhoogd met winsten die via een gekunstelde constructie naar het buitenland zijn verschoven.
De CFC-wetgeving geldt momenteel alleen voor passieve inkomsten en ze is niet van toepassing als in het buitenland wezenlijke economische activiteiten worden verricht.
Aanscherping met aanbevelingen Commissie Ter Haar
In het regeerakkoord is afgesproken om de CFC-aanbevelingen van de Commissie Ter Haar in haar rapport belastingheffing van multinationals over te nemen. De belangrijkste zijn dat de CFC-wetgeving ook van toepassing wordt op actieve inkomsten en uitgedeelde winsten en niet meer naar het statutaire, maar naar het effectieve buitenlandse tarief wordt gekeken. Ook zal de uitzondering voor wezenlijke activiteiten niet meer automatisch van toepassing zijn bij het bestaan van voldoende substance (bijv. blijkend uit het beschikken over kantoorpand, gekwalificeerd personeel en het nemen van beslissingen). Het bereik van de CFC-wetgeving wordt daardoor flink uitgebreid. Daarom is ook voorgesteld om ruimere voorkoming van dubbele belasting te verlenen.
De aanscherping van de CFC-wetgeving zal echter niet worden ingevoerd als op korte termijn overeenstemming wordt bereikt over de invoering van een mondiale of Europese 15% minimum-winstbelasting. Binnen Europa is nog geen overeenstemming bereikt. Op mondiaal niveau heeft de VS weliswaar een inflatiewet aangenomen die voorziet in een 15%-winstbelastingtarief. Echter, dit tarief geldt alleen voor ondernemingen met een boekwinst van $ 1 miljard, terwijl het OESO-voorstel uitgaat van een omzet van meer dan EUR 750 miljoen. Het is dan ook twijfelachtig of de VS-implementatie in lijn is met het OESO voorstel.
Kwalificatie van rechtsvormen
De regering heeft aangekondigd dat in het voorjaar van 2023 een Wetsvoorstel Wet aanpassing kwalificatie buitenlandse rechtsvormen naar de Tweede Kamer zal worden gezonden. Dit wetsvoorstel beoogt om praktische problemen betreffende het Nederlandse kwalificatiebeleid van buitenlandse entiteiten op te lossen.
Huidig beleid
Momenteel, wordt een buitenlandse entiteit op grond van het besluit No. CPP/2009/519M als een niet-transparante entiteit behandeld als aan drie van de volgende criteria wordt voldaan:
1) de entiteit is de juridische eigenaar van de activa waarmee haar activiteiten worden uitgevoerd. Dit criterium is vervuld als de entiteit civielrechtelijke activa en rechten kan verwerven en verplichtingen kan aangaan;
2) de deelnemers zijn beperkt aansprakelijk voor schulden en andere verplichtingen van de entiteit. Hieraan is voldaan als hun aansprakelijkheid niet hoger is dan het bedrag van het gestorte kapitaal, of het bedrag dat moet worden gestort;
3) het kapitaal van de entiteit is verdeeld in aandelen of haar kapitaal kan worden gelijkgesteld met een in aandelen verdeeld kapitaal. Hiervan is sprake als de aandelen recht geven op (i) een evenredig deel van de winst en liquidatiebetalingen, en (ii) gelijke stemrechten; of (iii) de aandelen vrij overdraagbaar zijn zonder toestemming van de andere partners.
Entiteiten die niet aan drie van de vier bovengenoemde criteria voldoen, worden echter toch als niet-transparant behandeld als:
1) de aansprakelijkheid van alle deelnemers beperkt is;
2) het bedrijf eigendom van de entiteit is; en
3) de onderneming niet voor rekening en risico van de deelnemers wordt gevoerd.
De classificatie van een entiteit als non-transparant lichaam betekent dat de entiteit onderworpen is aan vennootschapsbelasting. Verder zijn de voordelen van de moeder-dochterrichtlijn van toepassing. Dit betekent dat bij een 10% -belang in een dochtermaatschappij die in een EU-lidstaat is gevestigd geen bronbelasting wordt geheven over uitgedeelde dividenden. Ook mag het land van de moedermaatschappij de ontvangen dividenden niet belasten.
Bij transparante lichamen wordt de winst aan de achterliggende participanten toegerekend en bij hen belast. Verder zijn de Nederlandse regels ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing op een Nederlandse vennootschap die inkomsten van een buitenlands transparant lichaam ontvangt.
Gevolgen huidig systeem
De Nederlandse regels kunnen resulteren in kwalificatieverschillen tussen landen. Dit kan leiden tot dubbele kostenaftrek, dubbele heffing of aftrek in het ene land zonder heffing in het andere land, de zgn. hybride mismatches.
Een voorbeeld is dat bepaalde naar buitenlands recht opgerichte lichamen die vergelijkbaar zijn met een cv voor Nederlandse doeleinden fiscaal als niet-transparant worden aangemerkt, terwijl ze in de staat van vestiging als fiscaal transparant worden aangemerkt.
Voorstel
Om deze problemen aan te pakken zal het wetsvoorstel voorzien in de navolgende punten:
1) de codificatie van het huidige kwalificatiebeleid en een wettelijke aanvulling voor niet-vergelijkbare rechtsvormen; en
2) de afschaffing van het toestemmingsvereiste van de open commanditaire vennootschap (CV). Door deze eis mag een belang in een open CV momenteel alleen worden overgedragen mits alle andere vennoten daarmee instemmen.
Het onderscheid tussen besloten en open cv’s komt daarmee te vervallen.
Het voorstel heeft effect op de vennootschaps-, inkomsten- erf- en schenkbelasting en de overdrachtsbelasting. Het voorstel zal in het voorjaar van 2023 worden ingediend en zal dan op 1 januari 2024 in werking moeten treden.
Het wetsvoorstel valt toe te juichen omdat het huidige besluit kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen momenteel alleen in een onderlinge overlegprocedure voorziet waarmee situaties van dubbele heffing niet altijd worden opgelost.
Aanpassing expat-regime
Voordeel expat regime
Nederland kent momenteel een aantrekkelijk regime voor buitenlandse bestuurders en andere werknemers van bedrijven of internationale non-profitorganisaties en buitenlandse docenten van internationale scholen die tijdelijk hun dienstverband in Nederland uitoefenen. Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, mogen zij een onbelaste onkostenvergoeding krijgen van maximaal 30% van hun salaris om hun expatkosten te bekostigen. Verder mogen ook de kosten van een internationale school worden vergoed.
Voorwaarden
a) Vereist kennisniveau en aanwerving
De expat moet specifieke kennis bezitten die in Nederland schaars aanwezig is. Dit moet blijken uit de opleiding en een werkervaring van ca. 2,5 jaar. Verder moet de betreffende werknemer buiten Nederland zijn aangeworven en hij mag gedurende 16 van de laatste 24 maanden vóór zijn indiensttreding in Nederland niet op een plaats binnen 150 km van de Nederlandse grens hebben gewoond.
b) Minimumsalariseis
De expat moet een minimumloon verdienen van EUR 39.467 (EUR 56.381 inclusief de 30% extraterritoriale kostenvergoeding) of EUR 30.001 (EUR 42.858 inclusief de 30% extraterritoriale kostenvergoeding) voor expats jonger dan 30 jaar met een masterdiploma. Wetenschappers en onderzoekers werkzaam bij universiteiten en kennisorganisaties zijn vrijgesteld van de salariseis.
Duur
De 30%-regeling geldt voor maximaal 5 jaar. Deze periode wordt echter verminderd met de periode(s) die in de afgelopen 25 jaar in Nederland zijn doorgebracht.
Belastingregime
Expats worden voor hun salaris behandeld als binnenlands belastingplichtigen.
Dit betekent dat zij recht hebben op alle aftrekposten en heffingskortingen.
Voor het inkomen uit aanmerkelijk belang en inkomen uit sparen en beleggen worden expats echter belast als niet-ingezetenen. Wel kunnen zij ervoor kiezen om ook voor deze inkomstenbelasting te worden belast volgens de fiscale regels voor binnenlands belastingplichtigen.
Voorgestelde versobering
Uit begrotingsoverwegingen heeft de regering voorgesteld om de regeling vanaf 2024 te versoberen. De regeling wordt dan beperkt tot expats die niet meer verdienen dan de ‘Balkenendenorm’, die momenteel EUR 216.000 bedraagt.
Redactie: Nextens