De meeste adviseurs kennen het wel: alvast een nihilaangifte doen omdat de btw-aangifte gedaan moet worden met de intentie om later alsnog een juiste aangifte in te dienen. Dit is niet zonder enig risico, zo blijkt uit de uitspraak van Hof Den Bosch van 13 maart 2018(20-000657-16, ECLI:NL:GHSHE:2018:1053). In deze zaak kreeg de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Casus
BV X heeft in de periode januari tot en met juni 2012 aan diverse partijen cement geleverd. Ter zake van deze levering is btw verschuldigd. Door de bestuurder van BV X is echter voor de eerste twee kwartalen van 2012 nihilaangifte gedaan. De bestuurder heeft aangegeven dit te hebben gedaan omdat op dat moment de verschuldigde btw niet kon worden voldaan. De bestuurder heeft ook aangegeven het voornemen te hebben gehad om de aangiften later door middel van een suppletieaangifte te corrigeren. Dit is echter nooit gedaan.
Oordeel Hof
De bestuurder is in dit geval veroordeeld voor het opzettelijk onjuist doen van btw-aangifte met als gevolg dat te weinig belasting wordt geheven. Hiervoor krijgt de bestuurder een gevangenisstraf opgelegd van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Commentaar
Btw is een zeer fraudegevoelige belasting. De belastingplichtige int de gelden en dient zelf aan te geven hoeveel er is geïnd en vervolgens, na aftrek van de betaalde btw, deze bedragen af te dragen aan de Belastingdienst. Zoals ook uit deze zaak blijkt, kan makkelijk worden gefraudeerd door onjuiste btw-aangiften te doen.
De wet kent meerdere bepalingen op grond waarvan een bestuursrechtelijke (boete) of strafrechtelijke sanctie kan worden opgelegd voor het onjuist doen van btw-aangifte. De keus voor het opleggen van een bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sanctie is afhankelijk van de hoogte van de niet-betaalde omzetbelasting. Bij een bedrag vanaf € 100.000 wordt in beginsel gekozen voor strafrechtelijke vervolging, bijvoorbeeld voor:
– het niet melden bij het constateren van een fout in een reeds ingediende btw-aangifte;
– het te laat betalen van de verschuldigde belasting (bijvoorbeeld als gevolg van het doen van een onjuiste btw-aangifte);
– het niet tijdig doen van btw-aangifte.
De sanctie kan worden opgelegd aan de belastingplichtige maar ook aan de bestuurder/directeur en/of aan de belastingadviseur of accountant die betrokken is bij de btw-aangifte.
Mijn ervaring is dat er in de praktijk niet altijd een risico wordt ervaren. Uit deze uitspraak blijkt dat er wel degelijk een risico is en dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om over te gaan tot strafrechtelijke vervolging bij het doen van een onjuiste btw-aangifte. Mijn advies is om voorzichtig te werk te gaan als het gaat om het doen van btw-aangifte. Dien dan ook geen btw-aangifte in als u als adviseur/accountant niet beschikt over alle informatie of als u de facturen niet heeft gezien.
De wet maakt geen onderscheid tussen de echte fraudeur en de ondernemer die om andere redenen onjuist aangifte doet, bijvoorbeeld omdat hij op dat moment niet beschikte over alle gegevens om de aangifte te doen. In de praktijk kom ik regelmatig tegen dat door de adviseur/accountant alvast een nihilaangifte wordt gedaan omdat de termijn om aangifte te doen verstrijkt. Omdat hiervoor boetes en een gevangenisstraf kunnen worden opgelegd, is mijn advies dit nooit op deze wijze te doen.
Bron: FiscaalTotaal