De Belastingdienst gaat in een bijlage bij de derde Nieuwsbrief Loonheffingen 2021 nader in op de loon- en inkomstenbelastinggevolgen en sociale zekerheidspositie van werknemers die na de Brexit in het Verenigd Koninkrijk (VK) en in de EU-lidstaten werken. In de bijlage wordt verder aandacht besteedt aan de wijzigingen voor de werkgever. Om de wijzigingen en fiscale gevolgen voor werkgever en werknemer duidelijk in kaart te brengen, maakt de Belastingdienst een onderscheid tussen verschillende situaties, namelijk:

  1. werknemers die onder de reikwijdte van het Terugtrekkingsakkoord vallen;
  2. werknemers die onder de reikwijdte van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK vallen (HSO).

Hierna gaan wij nader in de op verschillende situaties.

Werknemers die onder de reikwijdte van het Terugtredingsakkoord vallen
Een werknemer valt onder het Terugtrekkingsakkoord indien hij op 31 december 2020 werkzaam is tussen de EU en het VK en hij deze werkzaamheden op 1 januari 2021 bij de werkgever voortzet. Om onder het Terugtrekkingsakkoord te vallen, moet het recht op vrij verkeer van personen op 31 december 2020 van toepassing zijn. Het Terugtrekkingsakkoord ziet niet op personen, die op 31 december 2020 onder het vrij verkeer van diensten vallen. Zij vallen per 1 januari 2021 onder de reikwijdte van de HSO.

Een werknemer die onder de reikwijdte van het Terugtrekkingsakkoord valt behoudt het recht op de volgende fiscale regelingen en voordelen in de loon- en inkomstenbelasting:

  1. het belastingdeel van de arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting;
  2. de kwalificatie als kwalificerend buitenlands belastingplichtige als inwoner van het VK indien aan de voorwaarden wordt voldaan. De werknemer heeft dan recht op dezelfde aftrekposten en heffingskortingen als inwoners van Nederland.

Zodra de werknemer onder de reikwijdte van het Terugtrekkingsakkoord valt, heeft dit voor de werkgever geen gevolgen voor de volgende fiscale regelingen en faciliteiten; die blijven van toepassing:

  1. de loonbelastingtabellen voor werknemers die inwoner zijn van een land uit de landenkring;
  2. de afdrachtvermindering speur en ontwikkelingswerk (S&O);
  3. het percentage van 40% voor de afdrachtvermindering zeevaart;
  4. de studenten- en scholierenregeling;
  5. reeds aangewezen pensioenregelingen uit het VK;
  6. het Loonkostenvoordeel (LKV) indien de werknemer een vergelijkbare Britse uitkering heeft die in de Wet tegemoetkoming loondomein is genoemd.

Gevolgen sociale zekerheid
De werknemer valt onder de Verordening (EG) nr. 883/2004 en de toepassingsverordening (EG) nr. 987/2009 (hierna: EU-verordeningen). Het Terugtrekkingsakkoord maakt een onderscheid tussen verschillende groepen. Een werknemer kan na 31 december 2020 wisselen tussen de verschillende groepen en onder de reikwijdte van het Terugtrekkingsakkoord blijven vallen.

Voorbeeld 1
Een werknemer wordt vanaf 1 juni 2020 vanuit Nederland naar het VK gedetacheerd. De verwachte detacheringsduur is 1 jaar (tot 1 juni 2021) en er is een A1verklaring afgegeven, waaruit blijkt dat de werknemer sociaal verzekerd blijft in Nederland. De detachering van de werknemer wordt verlengd. Voor welke periode is het mogelijk dat de werknemer sociaal verzekerd blijft in Nederland?

Deze werknemer valt onder het Terugtrekkingsakkoord. Op grond van de EU-verordeningen wordt de sociale zekerheidspositie van deze werknemer vastgesteld. Dit betekent dat deze werknemer meestal tot maximaal 5 jaar sociaal verzekerd kan blijven in Nederland.

Voorbeeld 2
Een vrachtwagenchauffeur brengt voor zijn Nederlandse werkgever, een internationaal transportbedrijf, goederen van Nederland naar het VK. Hij doet dit sinds 2012. Op grond van welke wetgeving wordt zijn sociale zekerheidspositie vastgesteld vanaf 2021?

Deze werknemer valt onder het Terugtrekkingsakkoord. Dit betekent dat de sociale zekerheidspositie van deze werknemer op grond van de EU-verordeningen wordt vastgesteld. De vrachtwagenchauffeur is in Nederland sociaal verzekerd.

Voor een overzicht van de verschillende groepen en voorbeelden verwijzen wij naar onderdeel 3.2.2 van de Bijlage bij de derde Nieuwsbrief Loonheffingen 2021 (https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/aanvulling-nieuwsbrief-loonheffingen-2021-lh2091b11fd.pdf)

Werknemers die onder de reikwijdte van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) vallen
Een werknemer die niet (meer) onder het Terugtrekkingsakkoord valt of per 1 januari 2021 bij de werkgever in dienst treedt valt onder de reikwijdte van de HSO. De loon- en inkomstenbelastinggevolgen voor de werknemer zijn volgende:

  • er bestaat geen recht meer op het belastingdeel van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting;
  • hij of zij kwalificeert niet meer als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige.

Als een werknemer onder de HSO valt heeft dit voor de werkgever de volgende gevolgen:

  1. de loonbelastingtabellen voor werknemers die inwoner zijn van een derde-land worden toegepast;
  2. het recht op de afdrachtvermindering S&O vervalt;
  3. de afdrachtvermindering zeevaart wordt verlaagd naar 10%;
  4. de werknemer kan geen gebruik meer maken van de studenten- en scholierenregeling;
  5. het recht op een LKV vervalt.

Gevolgen sociale zekerheid
In de HSO zijn afspraken gemaakt over de coördinatie van de sociale zekerheid tussen het VK en de EU-lidstaten indien de werknemer onder reikwijdte van de HSO valt.

De hoofdregel is dat een werknemer slechts in één land sociaal verzekerd is; in beginsel het werkland. Er geldt hierop een aantal belangrijke uitzonderingen, namelijk in geval van detachering en het werken in twee landen of meer lidstaten en het VK.

Tijdelijke detachering van 24 maanden
In geval van een tijdelijke detachering (maximaal 24 maanden en niet om een andere werknemer te vervangen) naar het VK, dan blijft de werknemer in Nederland verzekerd voor de sociale zekerheid. Let wel, het is niet mogelijk iom de detachering na een periode van 24 maanden te verlengen!

Werkzaam in meerdere EU-lidstaten en het VK
Als de werknemer in meerdere lidstaten en het VK werkt, dan is hij in Nederland sociaal verzekeringsplichtig indien hij substantieel in Nederland werkt. Hiervan is sprake als de werknemer ten minste 25% van de contractuele werktijd in Nederland werkt of 25% van zijn loon in Nederland verdient. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een werknemer die in Nederland woont, waarvan de werkgever in Nederland is gevestigd en die zowel in het VK en in Nederland werkt, waarvan ten minste 25% in Nederland. Deze werknemer is in Nederland verzekerd voor de volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Als hij niet een substantieel gedeelte in zijn woonland werkt, dan is hij sociaal verzekerd in het land waar de werkgever is gevestigd. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij een werknemer die woonachtig is in Nederland, de werkgever in Nederland is gevestigd, maar zowel in Nederland als in het VK werkzaam is, waarvan minder dan 25% in Nederland. De werkgever is in Nederland gevestigd en dus is deze werknemer in Nederland sociaal verzekeringsplichtig voor de volks- en werknemersverzekeringen.

Een ander voorbeeld betreft een werknemer die woonachtig is in Nederland, de werkgever gevestigd in Nederland, doch 100% werkt in het VK en dus uitsluitend werkzaamheden in het VK verricht. Deze werknemer is in Nederland niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Zie onderdeel 3.3.2 van de bijlage bij de Nieuwsbrief Loonheffingen 2021 voor praktische voorbeelden.

 

Redactie Fiscaal Totaal